omkwam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·kwam

Werkwoord

vervoeging van
omkomen

omkwam

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omkomen
    • ... dat ik omkwam. 
    • ... dat jij omkwam. 
    • ... dat hij, zij, het omkwam.