omklinken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·klin·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omklinken
klonk om
omgeklonken
klasse 3 volledig

Werkwoord

omklinken [1] [2] [3]

  1. de scherpe punt van iets onschadelijk maken door om te vouwen, ombuigen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
66 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen