omkaden

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·ka·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

omkaden

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omkaden
omkaadde
omkaad
zwak -d volledig
  1. (waterbeheer) met een kade omgeven

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be