omhaling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·ha·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van omhalen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omhaling | omhalingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- collecte, inzameling
- In België komt omhaling weleens voor in de betekenis 'inzameling van giften ten behoeve van noodlijdenden of van instellingen'. Dat woord wordt door veel mensen niet aanvaard en is geen standaardtaal. [2]
Gangbaarheid
- Het woord omhaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omhaling" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/961/omhaling_inzameling_collecte/ geraadpleegd 5 september 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be