omgekruld
Uiterlijk
- om·ge·kruld
- vervoeging van omkrullen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van om bw en gekruld ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | omgekruld | meer omgekruld | meest omgekruld |
verbogen | omgekrulde | meer omgekrulde | meest omgekrulde |
omgekruld[1]
- spiraalvormig, enigszins opgerold
- Voortdurend verkeerden zij in gevaar dat hun duikerspakken werden opengereten door de scherpe stukken omgekruld staal van de beschadigde romp (...) [2]
vervoeging van: | omkrullen… |
verbogen vorm: | omgekrulde |
omgekruld
- voltooid deelwoord van omkrullen
- Het woord omgekruld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omgekruld" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "Vragen rijzen na het droeve ongeval der 'Truculent'" in: Leidsch Dagblad ( 16 januari 1950) p. 1 kol. 4; geraadpleegd 2015-05-20
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be