omgangsvorm
Uiterlijk
- Geluid: omgangsvorm (hulp, bestand)
- om·gangs·vorm
- samenstelling van omgang en vorm met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omgangsvorm | omgangsvormen |
verkleinwoord |
de omgangsvorm m
- manier waarop je je tegenover een ander persoon moet gedragen volgens de (ongeschreven) regels van de etiquette
- „Ga het gesprek aan over het lawaai waarmee de ruzies worden uitgevochten. Dat is een gesprek met z’n vieren, met vader erbij. De basis voor het aanleren van omgangsvormen ligt in het gezin. De goede voorbeelden in de buitenwereld worden schaarser. De verruwing heeft zelfs het parlementaire debat bereikt.” [1]
- Het woord omgangsvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omgangsvorm" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Annemiek Leclaire 24 november 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be