ombinden
Uiterlijk
- Geluid: ómbinden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmbɪndə(n) / (3 lettergrepen)
- Geluid: ombínden (hulp, bestand)
- IPA: / ɔmˈbɪndə(n) / (3 lettergrepen)
- om·bin·den
- samenstelling van om en binden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ombinden |
bond om |
omgebonden |
klasse 3 | volledig |
ómbinden
- overgankelijk iets bevestigen door bindsels rond een bestigingspunt te wentelen
- Het ooglapje werd omgebonden en het piratenkeppeltje werd opgezet.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ombinden |
ombond |
ombonden |
klasse 3 | volledig |
ombínden
- overgankelijk bedekken met bindsels
- Elk wondje werd ombonden; hij zag eruit als een mummie.
- Het woord ombinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ombinden" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Klemtoonhomogram in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 3 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %