olijkerd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olij·kerd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord olijkerd olijkerds
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de olijkerdm

  1. een grappig en slim persoon
    • Net als Killer Mike en El-P van Run the ­Jewels wikkelen de twee olijkerds graag wat humor rond hun scherpe tongen. [2] 
    • De all-time olijkerd Jan Rot noemt zich in het jongerenprogramma Sex met Angela 'hotero', want hij vindt die scheiding tussen hetero en homo maar kunstmatig [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard WOENSDAG 24 MEI 2017
  3. Volkskrant 17 december 1994
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be