oligarchie
Uiterlijk
- Geluid: oligarchie (hulp, bestand)
- oli·gar·chie
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘regering van weinige personen of families’ voor het eerst aangetroffen in 1720 [1]
- met het voorvoegsel oligo- en met het achtervoegsel -archie [2]
- afgeleid van oligarch met het achtervoegsel -ie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oligarchie | oligarchieën |
verkleinwoord | oligarchietje | oligarchietjes |
- regering van slechts weinig personen die behoren tot de bevoorrechte klasse; een verbasterde vorm van de aristocratie
1.
- Het woord oligarchie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oligarchie" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "oligarchie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ oligarchie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel oligo- in het Nederlands
- Achtervoegsel -archie in het Nederlands
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 72 %
- Prevalentie Vlaanderen 73 %