oliepeil

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

oliepeil
Uitspraak
Woordafbreking
  • olie·peil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oliepeil oliepeilen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het oliepeilo

  1. het niveau van de olie in een oliereservoir
     we staan tot onze enkels in de olie en het oliepeil stijgt, het is voorbij, we hebben verloren, er komt geen revolutie, het enige wat komt is geld en geld wint het van alle pamfletten[2]
  2. (techniek) het niveau van smeringsvloeistof in verbrandingsmotoren
     • Controleer of het roetfilter nauwkeurig zijn service-intervallen heeft gehad. Dit moet met grote zorg worden gedaan. Bij de regeneratie van het filter is het mogelijk dat er brandstof in terechtkomt waardoor het oliepeil te hoog staat.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 februari 2022 Weblink bron “De Volvo V70 is een van de meest gezochte occasions. Waar moet je op letten als je deze gebruikte V70 koopt?” (16-08-2018), Tubantia