ohms
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ohms
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van de Wet van Ohm.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ohms | ohmser | meest ohms |
verbogen | ohmse | ohmsere | meest ohmse |
Bijvoeglijk naamwoord
ohms
- (natuurkunde) de eigenschap bezittend de wet van Ohm te volgen
- Om ohmse contacten te leggen met een halfgeleider gebruikt men soms een vloeibaar metaalmengsel van gallium en indium.
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de ohms mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ohm
Gangbaarheid
- Het woord ohms staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.