oerwouddieren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·woud·die·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de oerwouddierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord oerwouddier
     In de eerste aflevering van de BNNVARA-serie De Amazone werden de oerwouddieren zondag overstemd door de karakteristieke, langgerekte roep van de kettingzagus vulgarus. Een boom levert in Brazilië honderd euro op. „Als je genoeg geld hebt, zaag je nooit meer zo’n boom om”, zegt een van de mannen die voor Baltasar aan het werk is. „Het duurt dertig jaar voor hij zo groot is.”[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 augustus 2021 Weblink bron
    Arjen Fortuin
    “Ook hij wil een deel van de taart - of in dit geval het regenwoud” (24 februari 2020) op nrc.nl op Wikipedia