oernatuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·na·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oernatuur oernaturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oernatuurv

  1. natuurgebied dat op geen enkele manier door de mens is beïnvloed; de ongerepte wildernis
     Terwijl we met knikkende knieën het trapje aflopen, ruiken we de frisse berglucht van Central Otago. Dit is het land van The Lord of the Rings. De verbluffende schoonheid van de oernatuur.[1]
     Het ging mis, toen kunstmatig kuddes paarden en runderen werden uitgezet. De angst voor dichtgroeien van het gebied is onterecht. Het is daar moerasachtig. Konijnen, vossen en zelfs wilde zwijnen hadden vanzelf hun plekje opgeëist. Dan hadden we nu kunnen genieten van een stukje oernatuur.[2]
     We noemen wildernis altijd in een adem met 'ongerept', en dat is behalve een cliché ook een culturele constructie. Het is een in de 19de eeuw vooral in de VS door de voorvechters van de eerste nationale parken ontwikkelde romantische mythe over een maagdelijke door God geschapen oernatuur waarin hooguit wat nobele wilden rondliepen, een Hof van Eden die nooit heeft bestaan.[3]

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    SANNE VAN BRUNSCHOT
    “Pinot Noir voor 'thrill seekers'” (14 jul. 2012), De Telegraaf
  2. Bronlink Weblink bron “’Mooie vogelpopulatie in natuurgebied’” (06 mrt. 2018), De Telegraaf
  3. Bronlink Weblink bron
    BEN VAN RAAIJ
    “Mens vernietigt in rap tempo de ware wildernis” (31 december 2016), De Morgen
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be