oerinsecten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oerinsecten    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈurɪnsɛktə(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• oer·in·sec·ten

Woordherkomst en -opbouw

• oerinsect met uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

de oerinsecten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord oerinsect

   ▸ Als oerinsecten zijn zilvervisjes het product van een ondernemende generatie die erin slaagde zich helemaal onafhankelijk te maken van het water.

2. meervoudsvorm als officiële benaming (dierkunde) (historisch) onderklasse Apterygota 

   ▸ ⧖ Fr. Müller (1875), die hen het eerst beschreef bij Kal.-soorten van Z.-Amerika, meende er overblijfselen in te zien van de notaal-verbreedingen der oerinsecten, waaruit later de vleugels zouden zijn ontstaan, welke theorie door latere entomologen verworpen is.

Hyperoniemen

• [2] insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] franjestaarten

Gangbaarheid

• Het woord 'oerinsecten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.