odd
Uiterlijk
- odd
- Afkomstig van het Oudnoorse woord oddi.
Naar frequentie | 1981 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
odd | odder | oddest |
odd
- eigenaardig, vreemd
- «It struck him as odd that his friend did not come.»
- Het kwam het vreemd voor dat zijn vriend niet kwam opdagen.
- «It struck him as odd that his friend did not come.»
- (wiskunde) oneven
- «The odd numbers are on one side of the street, the even ones on the other.»
- De oneven nummers zijn aan de ene kant van de straat, de even nummers aan de andere.
- «The odd numbers are on one side of the street, the even ones on the other.»