ochtendstraaltje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • och·tend·straal·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het ochtendstraaltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ochtendstraal
      En de zon durft nauwelijks met een bescheiden ochtendstraaltje gluren om 't hoekje van een wolk aan den horizon.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 juli 2022 Weblink bron
    H.G. Cannegieter
    's Morgens vroeg. in: Nieuwsblad van Friesland, jrg. 24 nr. 3 (11 januari 1924), J. Hepkema, Heerenveen, p. 5 kol. 3