ochtendmaalden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • och·tend·maal·den

Werkwoord

vervoeging van
ochtendmalen

ochtendmaalden

  1. meervoud verleden tijd van ochtendmalen
    • Wij ochtendmaalden. 
    • Jullie ochtendmaalden. 
    • Zij ochtendmaalden.