ochtendblaadjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • och·tend·blaad·jes

Zelfstandig naamwoord

de ochtendblaadjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ochtendblad
    • De nog net niet dan wel net wel uitgeslapen trein-, bus- of metro-reiziger las het het afgelopen voorjaar in één van de gratis ochtendblaadjes goed. [1]

Verwijzingen