ochtendappel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ochtendappel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɔxtəntɑˈpɛɫ/
Woordafbreking
- och·tend·ap·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ochtend en appel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ochtendappel | ochtendappels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ochtendappel o
- (militair) tijdstip vroeg in de morgen waarop alle leden van een groep bijeengeroepen worden om hun aanwezigheid te bewijzen
- Om 08.00 uur waren allen aanwezig bij het ochtendappel en het hijsen van de vlag.
Synoniemen
Vertalingen
1. tijdstip vroeg in de morgen waarop alle leden van een groep bijeengeroepen worden om hun aanwezigheid te bewijzen
Gangbaarheid
- Het woord ochtendappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.