oblouk
Uiterlijk
- ob·louk
- Afgeleid van het Proto-Slavische *oblǫkъ
- Afgeleid van het zelfstandige naamwoord luk met het voorvoegsel ob-
- (wiskunde) boog, cirkelboog
- (bouwkunde) boog; een deel van een bouwwerk waar iets of iemand onderdoor kan gaan
- Augustův oblouk monbezield
- elektrický oblouk monbezield
- gotický oblouk monbezield
- vzpěrný oblouk monbezield
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Categorieën:
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Voorvoegsel ob- in het Tsjechisch
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Wiskunde in het Tsjechisch
- Bouwkunde in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch