objectiefprisma
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ob·jec·tief·pris·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van objectief en prisma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | objectiefprisma | objectiefprisma's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het objectiefprisma o
- (optica) (astronomie) prisma dat voor het objectief van een sterrenkijker geplaatst de sterren in een spectrum ontleed
Gangbaarheid
- Het woord 'objectiefprisma' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.