nummerden af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- num·mer·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afnummeren |
nummerden (...) af
- meervoud verleden tijd van afnummeren
- Wij nummerden af.
- Jullie nummerden af.
- Zij nummerden af.
- Wij nummerden af.
Gangbaarheid
- Het woord nummerden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.