nulpunt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nul·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nul en punt [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nulpunt | nulpunten |
verkleinwoord | nulpuntje | nulpuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het nulpunt o
- (natuurkunde) referentiepunt van waar wordt gemeten
- (wiskunde) punt waarin de functiewaarde nul is
- (figuurlijk) punt van laagst mogelijke waardering
- de populariteit van deze politicus heeft nu wel het nulpunt bereikt
Antoniemen
- [2] pool
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord nulpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nulpunt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Natuurkunde in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %