Naar inhoud springen

nudge

Uit WikiWoordenboek
  • nudge
  • nud·ge (aanvoegende wijs)
  • van het Engels
vervoeging van
nudgen

nudge

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nudgen
    • Ik nudge. 
  2. gebiedende wijs van nudgen
    • Nudge! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nudgen
    • Nudge je? 
  4. aanvoegende wijs van nudgen


enkelvoud meervoud
nudge nudges

nudge

  1. por [1], zachte duw of stootje
  2. (Amerikaans Engels), (scheldwoord) vervelend iemand, klier
vervoeging
onbepaalde wijs to  nudge 
he/she/it  nudges 
verleden tijd  nudged 
voltooid
deelwoord
 nudged 
onvoltooid
deelwoord
 nudging 
gebiedende wijs  nudge 

nudge

  1. overgankelijk aanstoten
  2. overgankelijk zachtjes duwen of schuiven
  3. (figuurlijk) de aandacht trekken