notoriëteit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  notoriëteit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• no·to·ri·ë·teit

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding uit het Latijn met het achtervoegsel -iteit

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	notoriëteit	notoriëteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de notoriëteit v

1. algemene bekendheid

   ▸ Eigenlijk zijn er volgens mij maar drie Belgische clubs interessant voor een sponsor: Anderlecht, Club Brugge en Standard. Kijk maar naar de top van de competitie dit jaar Genk komt op, maar het is nog geen gevestigde naam zoals de drie andere clubs. Dat merk je aan de notoriëteit die je haalt als sponsor.

   ▸ De bijzondere wet van 12 januari 1989 voorziet expliciet dat bij verkiezingen voor "daden van notoriëteit" een andere voornaam dan de officiële voornaam kan gebruikt worden.

   ▸ Test-Aankoop denkt eraan om producten van Lidl niet langer te testen 'omwille van het gebruik en misbruik van het beeld, de expertise en notoriëteit van de consumentenorganisatie'.

   ▸ Nabilla Leona Benattia meest bekend onder haar voornaam Nabilla, (Ambilly, 5 februari 1992 is een Frans fotomodel en realityshowster. Ze is vooral bekend geworden door haar optreden in het programma Les Anges de la Téléréalité, alwaar ze notoriëteit opbouwde met gevleugelde uitspraken zoals "Non mais allô quoi!"[1] hetgeen op het Franstalig deel van het internet een flinke buzz bewerkstelligde.

Synoniemen

• aanzien, bekendheid, naamsbekendheid

Vertalingen

    1. algemene bekendheid   

Engels: notoriety (en)

Gangbaarheid

• Het woord notoriëteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.