nothwendiger

Uit WikiWoordenboek


Duits

Bijvoeglijk naamwoord

nothwendiger

  1. verouderde spelling of vorm van notwendiger tot 1876
a) (verouderd) onbepaalde mannelijke vorm nominatief enkelvoud met of zonder lidwoord van de stellende trap van nothwendig
b) onbepaalde vrouwelijke vorm genitief en datief enkelvoud zonder lidwoord van de stellende trap van nothwendig
c) onbepaalde vorm genitief meervoud zonder lidwoord van de stellende trap van nothwendig