notatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het optekenen’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
- Naamwoord van handeling van noteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | notatie | notaties |
verkleinwoord | notatietje | notatietjes |
Zelfstandig naamwoord
de notatie v
- een representatie met vastgelegde (schrift)tekens
- Chemische molecuulformule en structuurformule zijn notaties in de chemie.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord notatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "notatie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "notatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ notatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be