nota bene
Uiterlijk
- no·ta be·ne
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: let op’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1623 [1] [2]
- let wel
- om te kennen te geven dat men iets belachelijk vindt
- ▸ En dat nota bene in het bijzijn van zijn eigen vrouw. . .[3]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord nota bene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ bene#hl1 "nota bene" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ nota bene op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2