nostalgie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nos·tal·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘heimwee’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'nostos' (terugkeer) met het achtervoegsel -algie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nostalgie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

nostalgie v [3]

  1. melancholisch verlangen naar dat wat geweest is
     We gingen zitten op het terras van Caffè Lavena. We hadden ook Florian of Quadri kunnen kiezen om ons te laten afzetten in naam van de nostalgie. Ook daar zouden we er zeker van hebben kunnen zijn dat de toeristische exploitatie van een klinkende naam en een elegant verleden met flair en stijl zou worden uitgevoerd.[4]
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen