nosí

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·sí

Werkwoord

nosí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord nosit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord nosit