norsheid

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nors·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van nors met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord norsheid norsheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

norsheid v [1]

  1. het onvriendelijk, zwijgzaam en kortaf zijn
    • Zijn norsheid is geen onwil (hij geeft me gul de tijd voor het interview), maar eigenzinnigheid. Hij is wars van behaagzucht. [2] 
    • In dezelfde periode braken supermodellen zoals Cindy Crawford, Iman en Elle Macpherson door. Ze hadden een eigen, sterke persoonlijkheid en de norsheid was als het ware kritiek op hun manier van zijn. Maar er speelt ook nog een andere reden: het feminisme. Dames wilden meer serieus worden genomen en namen daarom ook een serieuze houding aan tijdens defilés.’ [3] 
    • De geruchtenmolen draaide de voorbije weken op volle toeren toen Laurent plots overal alleen verscheen. Sommigen spraken over huwelijksproblemen, anderen over boosheid om een verminderde dotatie. Prins Laurent blonk de afgelopen weken ook uit in norsheid. Een glimlach kon er nauwelijks af. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 16 JUNI 2018 ALEX VAN WARMERDAM SPREEKT LIEVER MET BEELDEN ‘Jezus, ik ben toch geen onderzoeker van mijn eigen werk’
  3. De Standaard 13/10/2016 door vwh Waarom topmodellen nooit lachen
  4. De Standaard 11/02/2014 door bvb [http://www.standaard.be/cnt/dmf20140211_00974273 Prinses Claire doorbreekt periode van afwezigheid ]
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be