normen-en-waardenloos

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nor·men-en-waar·den·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen normen-en-waardenloos
verbogen normen-en-waardenloze

Bijvoeglijk naamwoord

normen-en-waardenloos

  1. een gebrek aan morele opvattingen vertonend
    • In hun bekrompen opvatting betekende werken bij het toneel een normen-en-waardenloos bestaan. 
Opmerkingen
  • Omdat de samenkoppeling "normen-en-waarden" geen enkelvoud kent, is het meervoud de grondvorm voor regel 9.A uit de Leidraad bij de spellingvoorschriften. Na de invoering van deze regel in 2005 is dit woord uitzonderlijk omdat aan -loos toch nog -en- als meervoudsuitgang voorafgaat.[1]
  • De schrijfwijze "normen- en waardenloos" is in strijd met deze regel 9.A uit de Leidraad bij de spellingvoorschriften; "norme- en waardeloos" is wel een correcte samentrekking van de zinsnede "normeloos en waardeloos", maar het is geen correcte schrijfwijze als eigenlijk een afleiding van het begrip "normen-en-waarden" is bedoeld.

Gangbaarheid

Verwijzingen