noren
Uiterlijk
![]() |
- no·ren
- alleen meervoud, (metonymisch) vermoedelijk omdat de techniek om het glij-ijzer in een ronde buis te monteren in de 19e eeuw in Noorwegen werd ontwikkeld, geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.H
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | noren |
verkleinwoord | - | - |
de noren mv
- (sport) type schaats waarbij de schoen vast verbonden is met het metaal van de schaats, gebruikt voor het hardrijden
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord noren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "noren" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord alleen in meervoud in het Nederlands
- Metonymisch in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 89 %
- Prevalentie Vlaanderen 54 %