noordwestrand
Uiterlijk
- noord·west·rand
- samenstelling van noordwest en rand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noordwestrand | noordwestranden |
verkleinwoord | noordwestrandje | noordwestrandjes |
de noordwestrand m
- de rand die in het noordwesten gelegen is.
- Aan de noordwestrand van de stad werd er een nieuw bos aangelegd.
- Het woord 'noordwestrand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.