noordwestelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: noordwestelijk (hulp, bestand)
- IPA: / nortˈwɛstələk / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- noord·wes·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | noordwestelijk | noordwestelijker | noordwestelijkst |
verbogen | noordwestelijke | noordwestelijkere | noordwestelijkste |
partitief | noordwestelijks | noordwestelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
noordwestelijk
- in of uit een richting die precies tussen het noorden en westen ligt
- ▸ Met een veelal zwak tot matig noordwestelijk briesje worden vanaf zee namelijk uitgestrekte wolkenvelden aangevoerd, waaruit soms wat (mot)regen valt.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord noordwestelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Tamelijk zacht” (27 november 2013) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -lijk in het Nederlands
- Invoegsel -e- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal