noordelijkten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- noor·de·lijk·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
noordelijken |
noordelijkten
- meervoud verleden tijd van noordelijken
- Wij noordelijkten.
- Jullie noordelijkten.
- Zij noordelijkten.
- Wij noordelijkten.
Gangbaarheid
- Het woord 'noordelijkten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.