noodkap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  noodkap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• nood·kap

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  nood  en  kap 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	noodkap	noodkappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de noodkap m

1. een boom kappen om schade aan, of gevaar voor de omgeving te voorkomen

   • Stormschade en boomziekte kunnen gevaarlijke situaties opleveren voor de omgeving. Bijvoorbeeld doordat bomen of takken op huizen of op de weg dreigen te vallen. Als er sprake is van een gevaarlijke situatie voor de omgeving kan besloten worden om direct te beginnen met kappen. Dat noemen we noodkap. 

2. tijdelijke overdekking om het overdekte tegen weer en wind te beschermen in afwachting tot een meer definitieve oplossing

   • Begin 2011 werd begonnen met een grote restauratie, waarvoor het bovenhuis van de Wingerdse Molen is verwijderd. Op de ondertoren was een noodkap aangebracht. In oktober 2011 werd het gerestaureerde bovenhuis teruggeplaatst.  

Gangbaarheid

• Het woord noodkap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "noodkap" herkend door:

83 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.