noodcel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nood·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodcel noodcellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de noodcelv / m

  1. een tijdelijke gevangeniscel
    • Er zijn vreemdelingen die maanden doorbrengen in een noodcel, om vervolgens weer te worden vrijgelaten. Meer dan de helft van de mensen in vreemdelingenbewaring belandt uiteindelijk op straat, blijkt uit onderzoek.[1] 

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. De Volkskrant Toine Heijmans 30 oktober 2005 Verhard vreemdelingenbeleid mondt uit in tragedie
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be