non-actief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • non-ac·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen non-actief
verbogen non-actieve
partitief non-actiefs

Bijvoeglijk naamwoord

non-actief

  1. tijdelijk niet aan het werk, buiten werking
     De betreffende politieagent staat gedurende het onderzoek, dat volgens het OM nog „geruime tijd” zal duren, op non-actief.[1]
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • op non-actief staan
    tijdelijk de werkzaamheden hebben moeten beëindigen
  • op non-actief stellen
    officieel dwingen werkzaamheden tijdelijk te beëindigen
•  De recente ophef is echter niet de reden van het op non-actief stellen van de directeur, aldus de woordvoerder, maar het heeft wel het “proces versneld”: “Het verschil van inzicht speelde al langer.” Het is aan de nieuwe directeur om te besluiten over de samenwerking met Sandd en DHL. [2] 
  • op non-actief zetten
    officieel dwingen werkzaamheden tijdelijk te beëindigen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 15 december 2022 Weblink bron
    Jorit Verkerk
    “Politieagent verdacht van dood door schuld na schot op 27-jarige man” (31 maart 2022) op nrc.nl
  2. NRC Menno Sedee 3 januari 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be