pest

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pest
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘ziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1554 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pest -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pest m/v

  1. (medisch) Dodelijke en besmettelijke ziekten veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis op Wikispecies, die verspreid wordt door vlooien die met name op de zwarte rat parasiteren. Altijd gebruikt met lidwoord: 'de pest' of 'de Pest'.
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • de pest in hebben
zich extreem ergeren
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
pesten

pest

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van pesten
  2. gebiedende wijs van pesten

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen