censuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

zwarte en rode landen kennen internetcensuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·suur
enkelvoud meervoud
naamwoord censuur censuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de censuurv

  1. controle van de kant van een autoriteit (vaak de overheid, ook de kerk) op de informatiestroom
    • Tijdens de coup stond de staatszender onder militaire censuur. 
    • De stap is deels ingegeven door enkele “technisch zeer verfijnde” cyberaanvallen op de Singaporese overheid, aldus premier Lee Hsien Loong tegenover journalisten. Het betreft onder meer een incident uit 2013, toen hackers van het netwerk Anonymous zich toegang hadden verschaft tot het computersysteem van de overheid om te protesteren tegen nieuwe regels voor censuur op het web in de stadstaat.[1] 
Verwante begrippen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Floris van Straaten NRC 10 juni 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be