ISS

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

ISS o

  1. (ruimtevaart) laboratorium dat door meerdere landen in een baan om de aarde wordt gehouden
    • Astronauten in het internationale ruimtelaboratorium ISS doen iedere dag zes uur gerichte oefeningen om gezond te blijven. [1]
  2. (onderwijs) Nederlandse instelling voor internationaal onderwijs in sociale wetenschappen
    • Er werd vergaderd op het ISS waar De Vries rector was; ook het bureau van de NOVIB bevond zich gedurende de eerste jaren op een kamer van het ISS. [2]
  3. (bedrijf) internationale leverancier van huishoudelijke diensten, afkomstig uit Denemarken
    • Facilitair dienstverlener ISS verkoopt een deel van zijn Nederlandse schoonmaakactiviteiten aan schoonmaakbedrijf CSU. [3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

ISS

  1. (ruimtevaart) ISS, internationaal ruimtestation
  2. (bedrijf) internationale leverancier van huishoudelijke diensten, beursgenoteerd aan de NASDAQ
  3. (wetenschap) onderzoeksinstituut van de EU voor veiligheidsvraagstukken
Overerving en ontlening