ninja
Uiterlijk
- nin·ja
- van Japans 忍者 (njienjza), in de betekenis van ‘Japanse strijder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1995 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ninja | ninja's |
verkleinwoord | ninjaatje | ninjaatjes |
de ninja m
- (geschiedenis) geheim agent of huurling in de Japanse middeleeuwen, de figuur van een ninja komt veelvuldig voor in de populaire cultuur als een angstaanjagende, heimelijke strijder het prototype van een marinier, soldaat van de special forces.
- Bezoekers van de Londense Prince Charles Cinema zijn gewaarschuwd: wie vanaf nu de ‘bioscoop etiquette’ breekt, riskeert van zijn stoel gelicht te worden door een ‘ninja’. De bioscoop is met een proefproject gestart waarbij vrijwilligers in lycra bodysuits zich verschansen in de bioscoopzaal. (Sabeth Snijders NRC 26 september 2012)
- Het woord ninja staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ninja" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ninja" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %