nimmer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nim·mer
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: nooit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
Bijwoord
nimmer
- (vooral schrijftaal) op geen enkel moment
- Dat is nimmer het geval.
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord nimmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nimmer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |