nijper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nij·per
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van nijpen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nijper | nijpers |
verkleinwoord | nijpertje | nijpertjes |
Zelfstandig naamwoord
Gangbaarheid
- Het woord 'nijper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nijper" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be