nieuwigheid
Uiterlijk
- Geluid: nieuwigheid (hulp, bestand)
- nieu·wig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwigheid | nieuwigheden |
verkleinwoord | nieuwigheidje | nieuwigheidjes |
de nieuwigheid v
- iets dat nieuw (bedacht) is
- Dat is wel een aardig nieuwigheidje.
- ▸ Opvallend is dat het prestigieuze tijdschrift De Gracieuse de mondaine Franse term nouveautés gebruikt, terwijl de Vrouwen-Wereld het houdt bij de iets bescheidener klinkende Nederlandse term 'nieuwigheden'.[1]
- Het woord nieuwigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nieuwigheid" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Laura Van Aert“Winkeldochters: vrouwen in de handel en als consument van textiel, 1600-2000” (2007), Uitgeverij Verloren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be