nietje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • niet·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klinknageltje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1804 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord nietje nietjes

Zelfstandig naamwoord

nietje o dim. tant.

  1. verkleinwoord van niet (en meest voorkomende vorm): klein, vaak beugelvormig, metalen voorwerp dat uit een apparaat (nietmachine) komt met het doel verschillende materialen aan elkaar te bevestigen (vast te nieten)
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

het nietjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord niet

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen