niet-zelfbesturend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: niet-zelfbesturend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnitsɛləvbəˌstyrənt / (5 of 6 lettergrepen)
Woordafbreking
- niet-zelf·be·stu·rend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van niet bw en zelfbesturend bn geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I
stellend | |
---|---|
onverbogen | niet-zelfbesturend |
verbogen | niet-zelfbesturende |
Bijvoeglijk naamwoord
niet-zelfbesturend
- (regering) als gebied onder de heerschappij van een ander land vallend
- ▸ Gibraltar is een van die curiositeiten in Europa waarbij juristen hun vingers aflikken. Het schiereiland met 29.000 inwoners zit vast aan Spanje en is sinds 1713 een Britse kroonkolonie. Het hoort niet bij het Verenigd Koninkrijk, dat in 1972 bij de Europese Unie kwam, maar het is als ‘niet-zelfbesturend gebied’ evenmin een derde land.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'niet-zelfbesturend' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Joop Meijnen“Bij kansspelen hoort Gibraltar tot het Verenigd Koninkrijk” (21 juni 2017) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 18
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 of 6 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Regering in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal