niet-aflatende

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • niet-af·la·ten·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

niet-aflatende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van niet-aflatend
     De jury van de prijs voor emancipatie roemt haar om „haar niet-aflatende strijd voor de positie van met name Marokkaanse vrouwen in Nederland”.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 december 2020 Weblink bron
    Lisa Dupuy
    “Aletta Jacobsprijs voor Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib” (28 september 2019) op nrc.nl op Wikipedia