nido
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Italiaans
Uitspraak
- IPA: /ˈniːdo/
Woordafbreking
- ni·do
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Latijnse nīdus (nest).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
nido | nidi |
Zelfstandig naamwoord
nido m
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
A ogni ucello il suo nido è / par bello.
- Eigen haard is goud waard.
Spaans
Uitspraak
- IPA: /ˈniːdo/
Woordafbreking
- ni·do
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Latijnse nīdus (nest).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
nido | nidos |
Zelfstandig naamwoord
nido m
- verblijfplaats van een dier, nest
- beginsel
- kweekplaats
- thuis, huis, hol
- neonatologie-afdeling
Verwijzingen
- nido in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
- www.mijnwoordenboek.nl